Liberalisering huren
Minister Dekker van Volkshuisvesting is sterk voor liberalisering van de huren.
Zij wil aan de hand van de WOZ waarde vaststellen welke huizen niet meer onder de huurbescherming vallen. Men denkt daarbij aan de waarde van 115.000 euro en hoger.
Deze drang naar liberalisering heeft zeer nadelige effecten voor huurders. Vele mensen, getallen van 100 duizenden worden genoemd, komen hierdoor in de problemen. Zij zullen in de komende jaren een huurverhoging moeten verwachten van wel 30%.
De minister is van mening, dat de maatregel ertoe zal leiden dat velen zullen verhuizen en wel naar een duurder marktsegment. Daardoor zouden meer goedkope huurwoningen vrij komen.
De verwachting is echter, dat het niet gebeurt en de druk op de sociale huurmarkt slechts vergroot wordt. Het is namelijk een algemeen gegeven mensen verhuizen niet gauw naar een duurder huis, maar gaan juist op zoek naar een goedkopere woning. Het gedeeltelijk vrij geven van de woningmarkt zal dus leiden tot onbetaalbare huren en nog meer maatschappelijke problemen.
G.P.Beek
maandag, oktober 18, 2004
Woningaanpassingen
De woningcorporaties geven aan huurders vaak de mogelijkheid diverse dingen te veranderen of voorzieningen aan de woning toe te voegen. Op het moment, dat de huur opgezegd wordt dan beoordeelt de verhuurder of aangebrachte voorzieningen mogen blijven zitten. Er wordt dan gekeken of de veranderingen de verhuurbaarheid of onderhoudskosten nadelig beïnvloeden. Indien de verhuurder dus tot de conclusie komt, dat hiervan inderdaad sprake is zal huurder alles moeten terugbrengen in de oorspronkelijke staat. Dit te rekenen vanaf het begin van de huurovereenkomst.
Huurders die de woning reeds vele jaren huren en tussentijds aanpassingen maakten kunnen hierdoor zwaar gedupeerd worden. Vooral oudere huurders zijn nu vaak niet bereid hun woning te verlaten in verband met het eerder aangehaalde “terugbrengen in de oorspronkelijke staat”. Er bestaan wel zogenaamde oudenregelingen, maar hierbij is de vastgestelde leeftijd en de tijd van bewoning een obstakel. Het is beter de regeling uit te breiden voor alle oudere huurders en met de nieuwe huurders overeen te komen, dat vooraf toestemming gevraagd wordt. Dit voorkomt veel wrevel bij het einde van de huurovereenkomst.
G.P.Beek
De woningcorporaties geven aan huurders vaak de mogelijkheid diverse dingen te veranderen of voorzieningen aan de woning toe te voegen. Op het moment, dat de huur opgezegd wordt dan beoordeelt de verhuurder of aangebrachte voorzieningen mogen blijven zitten. Er wordt dan gekeken of de veranderingen de verhuurbaarheid of onderhoudskosten nadelig beïnvloeden. Indien de verhuurder dus tot de conclusie komt, dat hiervan inderdaad sprake is zal huurder alles moeten terugbrengen in de oorspronkelijke staat. Dit te rekenen vanaf het begin van de huurovereenkomst.
Huurders die de woning reeds vele jaren huren en tussentijds aanpassingen maakten kunnen hierdoor zwaar gedupeerd worden. Vooral oudere huurders zijn nu vaak niet bereid hun woning te verlaten in verband met het eerder aangehaalde “terugbrengen in de oorspronkelijke staat”. Er bestaan wel zogenaamde oudenregelingen, maar hierbij is de vastgestelde leeftijd en de tijd van bewoning een obstakel. Het is beter de regeling uit te breiden voor alle oudere huurders en met de nieuwe huurders overeen te komen, dat vooraf toestemming gevraagd wordt. Dit voorkomt veel wrevel bij het einde van de huurovereenkomst.
G.P.Beek
